Het gebied rond het Comomeer, en in het bijzonder de Triangolo Lariano, is het wielergebied van Italie. Zo is het Comomeer het jaarlijkse decor van de Ronde van Lombardije (Giro di Lombardia), de laatste najaarsklassieker van het wielerseizoen, ook wel la classica delle foglie morte (de koers van de vallende bladeren) genaamd. In 2015 wordt de ronde op zondag 4 oktober gereden.

 

De in de Triangolo Lariano gelegen Madonna del Ghisallo op 754 meter hoogte, is meestal de scherprechter in deze ronde. Op de top, in Magreglio, ligt de beroemde 17de-eeuwse kapel van de Madonna del Ghisallo, de patroonheilige van de wielrenners. Een gezamenlijk verzoek tot erkenning van de rector van het kerkje en de professionele wielrenners van Italie werd door Paus Pius XII in 1948 ingewilligd. Een jaar later zegende de paus zelf de kapel in. Het Santuario is een waar bedevaartsoord voor wielrenners geworden en hangt vol met wielerrelikwieen, zoals de fietsen van Fausto Coppi, Gino Bartelli, Eddy Merckx en Fabio Casartelli, de trui van Miguel Indurain en een speciaal portret ter nagedachtenis aan Marco Pantani. 

 

Wie de fietstocht naar Ghisallo wil maken, zie deze link voor informatie over de ligging: http://www.climbbybike.com/climb.asp?qryMountainID=2905

 

In 2006 werd vlak naast de kapel het nationale wielermuseum Museo del ciclismo geopend. Een prachtig modern gebouw, gelegen op een schitterende locatie met een fantastisch uitzicht. Toegang bedraagt 5 euro, maar wie met de fiets komt krijgt 1 euro korting en kan zijn fiets gratis in het museum stallen. Voor slechts 3 euro kun je in het museum ook een (droog) T-shirt en een handdoekje kopen.

 

Veel aandacht uiteraard voor Coppi, Bartoli, Gimondi, Pantani en andere Italiaanse grootheden, maar ook Joop Zoetemelk is opgenomen in de eregalerij van 48 grote kampioenen. Er is ook een tentoonstelling van moderne schilderkunst, met de fiets als thema.

 

Niet ver hier vandaan, een kilometer of 10 dichter bij Nesso, ligt de Muro di Sormano, de zwaarste kilometer uit de internationale wielerwereld. De muur is een vinding van de 'patron' van de Giro d'Italia, Vicenzo Torriani, in 1960 aangelegd en tot 1962 opgenomen in de Ronde van Lombardije. De Muur van Sormano heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 17%, een maximum van 25% en een minimum van 5%. Over een lengte van 1700 meter stijgt de muur 280 meter tot de top op 1107 meter.

 

In de Ronde van Lombardije van 2010 viel de beslissing overigens in de moeilijke afdaling van Colma di Sormano naar Nesso. Bauke Mollema startte de afdaling, 33 kilometer voor de finish in Como, nog als koploper. Maar de Nederlander werd tijdens de door regen en natte bladeren zeer glibberige afdaling, waarin favoriet Vincenzo Nibali onderuit ging, ingelopen door onder meer de latere winnaar Philippe Gilbert.

 

Nog altijd in de Triangolo Lariano bestaat de mogelijkheid voor amateurwielrenners om een wielrennersbrevet te halen, La Tris del Lario. Hiervoor moet je drie hellingen beklimmen, varierend van pittig tot zwaar. Tussen Onno en Valbrona moet je in 5,1 km een hoogteverschil van 305 meter overbruggen (gemiddeld stijgingspercentage: 5,98%), tussen Bellagio en Magreglio (de klim van de Giro di Lombardia) over 8,8 km een verschil van 508 meter (gemiddeld 5,1%) en de zwaarste klim ligt tussen Nesso en Sormano waar over een afstand van 13,1 km 855 meter moet worden bedwongen (gemiddeld 6,63%). Op de website van deze proef kun je je gratis registreren, je tijd invullen en je klassering bekijken.

 

Ook voor amateurs wordt een dag na de Ronde van Lombardije de Challenge Gazzetta gehouden, waarbij het laatste deel van de Ronde van Lombardije gevolgd wordt. Deelnemers kunnen kiezen uit de Medio Fondo (114 km) en de Gran Fondo (143 km). Afgelopen jaar deden zo'n 2000 amateurwielrenners mee, waaronder zo'n 400 buitenlanders. Bekendste deelnemer was Stephen Roche - winnaar van de Giro, de Tour en het WK in 1987 - die op de Media Fondo 247ste werd.

 

Natuurlijk doet ook de Giro d'Italia jaarlijks de streek rond het Comomeer aan. Op 27 mei 2015, tijdens de etappe van Tirano naar Lugano, wordt de noordwestelijke oever gevolgd, van Gera Lario tot Menaggio. De dag erna rijdt de Giro langs de oevers van het Lago Maggiore en finisht in Verbania.

Lance Armstrong nam in 2009 pas voor het eerst deel aan de Giro. Dat was voor La Gazzetta dello Sport aanleiding om de band van Armstrong met de stad Como nog eens te illustreren.